monumentaal pand

Akoestische absorptie van decoratief schilderwerk

Een nieuwe kleur of gepatineerde look

Er kunnen verschillende redenen zijn waarom je een akoestische wand of plafondbekleding wilt schilderen:

  • Om de bekleding, die na vele jaren gebruik vervuild is, op te frissen na een reiniging

  • Om in een monument het patroon van het originele gewelf na te bootsen

  • Opdat een artiest een schilderij of fresco kan aanbrengen

  • Hedendaagse ontwerpers maken veelvuldig gebruik van een gepatineerde look door het gebruik van specifieke mortels of spons technieken.

  • Je wilt gewoon een nieuwe kleur.

Maar welk effect hebben deze ingrepen op het akoestisch stucwerk?

Akoestische absorptie en porositeit

Het absorptievermogen van akoestische oplossingen wordt in grote mate bepaald door de porositeit. Geluidsdruk brengt luchtmoleculen in beweging. De trillende luchtdeeltjes dringen in een akoestisch absorberend oppervlak binnen en wrijven daar tegen de randen van de materiaalporiën: daar wordt geluid door wrijving omgezet in warmte. Akoestische wanden en plafonds zijn dus per definitie poreus en het is essentieel om deze porositeit maximaal te behouden. Kwistig overschilderen hoort hier dus niet thuis.

zoomin porositeit
Porositeit akoestisch stucwerk
icon_pt

Akoestische absorptie en specifieke luchtweerstand

De geluidsabsorptie wordt officieel gemeten volgens de EN ISO 354 standaard op een testoppervlakte van 12 m² in een nagalmkamer. Projectmatig kan je sneller na het schilderwerk de specifieke luchtweerstand Rs meten in een ronde buis met een diameter van 10 à 15 cm. De meetnorm is dan EN ISO 9053-1:2018. In de buis wordt een luchtstroom met snelheid v (m/s) door het materiaal geduwd en de drukval p (Pa) over het monster gemeten. Rs is dan eenvoudig de verhouding p/v (Pa.s/m). Er is een directe relatie tussen Rs en de akoestische absorptie van het materiaal.

Er is een optimum voor de waarde van de specifieke luchtweerstand. Bij een te lage waarde is er onvoldoende weerstand en zijn er te weinig poriën om hoge wrijving en dito geluidsabsorptie te bekomen. Dit is bijvoorbeeld het geval bij open geweven stoffen of metaalgaas. Bij een te hoge luchtweerstand kunnen de luchtdeeltjes onvoldoende binnendringen in het materiaal met eveneens een lage geluidsabsorptie tot gevolg.

Akoestisch pleisterwerk en stenen gewelf

In een monumentaal pand wil men het akoestisch comfort in een zwembad met stenen gewelf verhogen. Het voorziene akoestische stucwerk moet dus worden beschilderd deels met een voegenpatroon zoals baksteen (A) deels met lichte sponstechniek (B). Een monster werd aangemaakt voor het meten van de specifieke luchtweerstand ten opzichte van het oorspronkelijke akoestische pleisterwerk (C).

Het baksteen patroon verhoogt de luchtweerstand van het onbehandelde monster met 1317 Pa.s/m.

De sponstechniek over de gehele oppervlakte brengt een verhoging van 1872 Pa.s/m.

In beide gevallen verlaagt de oorspronkelijke geluidsabsorptie van αw = 0.8 naar 0.7. Het verlies treedt op bij frequenties hoger dan 1500Hz.

Het beschilderen van akoestische wanden en plafonds is dus mogelijk, maar gaat samen met een (in dit geval licht) verminderde geluidsabsorptie.